
Ademhalingstechnieken bij COPD
Ademhalingstechnieken bij COPD
Door de huisarts of longarts kan de aandoening COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) worden vastgesteld. De diagnose is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en emfyseem. Door middel van een longfunctietest kan worden bepaald of u COPD heeft en wat de ernst is van de longfunctiestoornis.
Een longfunctie-test is een blaastest om te kijken hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen. Dit zegt iets over de inhoud van uw longen. Daarnaast meet de blaastest hoeveel lucht u in 1 seconde kunt uitblazen. Dit zegt iets over hoe smal (nauw) uw longbuisjes worden. Ook wordt gekeken of uw longen beter werken als u medicijnen inademt die de longbuisjes weer wijder maken (luchtwegverwijder).
De ziekte COPD geeft regelmatig ontstekingsactiviteit in de diepere luchtwegen. Dit leidt tot een geleidelijk verlies aan elasticiteit in de longen. Daardoor gaan uw longblaasjes steeds minder goed functioneren en verloopt vooral de uitademing minder makkelijk. Een goede en volledige uitademing zorgt ervoor dat koolzuur uit het lichaam verdwijnt.
PLB-techniek (Pursed Lips Breathing)
Bij COPD-patiënten ontstaat vaak een patroon waarbij even lang in- als uitgeademd wordt, of sterk gericht op de inademing. Het is beter om juist de uitademing wat langer te maken, waardoor er meer ruimte komt om de longen weer te vullen met nieuwe zuurstof. Dit is te leren door middel van de ademtechniek: PLB-techniek (Pursed Lips Breathing)
Als volgt: maak een smal spleetje van de lippen en laat op elke uitademing de lucht, met een beetje tegendruk vóór in de mond, wegstromen naar buiten: zacht hoorbaar pfffff….
U kunt dit zelf eenvoudig toepassen als u zich kortademig begint te voelen of tijdens inspanning. Met de PLB verkleint u de opening van uw mond bij het uitademen, zodat er een beetje druk op uw luchtwegen blijft bestaan. De longblaasjes blijven dan beter open staan, waardoor er tijdens de uitademing meer lucht door de longen naar buiten gaat.
Voor COPD patiënten is dus raadzaam om goed op de uitademing te letten, vooral tijdens inspanning. De uitademing zal minstens twee keer zo lang moet zijn als de inademing voor een goede zuurstofuitwisseling. Bijvoorbeeld 2 tellen in- en 4 tellen uit. Het is wel belangrijk om de snelheid van ademen aan te passen aan de inspanning die u levert. Stel dat u gaat traplopen, dan zal het ritme van het in- en uitademen bijvoorbeeld zijn 1 tel inademen en 2 tellen uitademen.
Informeer bij uw fysiotherapeut van Medisport Etten-Leur óf en hoe u deze techniek kunt gebruiken.